Ministerie lanceert campagne om meer uren werken te stimuleren

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een publiekscampagne gelanceerd om meer uren werken te stimuleren. De insteek van de campagne is: ‘Wil je meer werken? Laat het merken!’

Rolmodellen

Chaimae, Rosita en Sharon zijn alledrie meer uren gaan werken. Ze vertellen in de campagnefilmpjes over hun contractuitbreiding.

Verpleegkundige Chaimae: ‘Als ik vrij ben, dan ben ik ook echt vrij’


Rosita: ‘Ik heb het beste van twee werelden’

Verpleegkundige Rosita (43) ging een paar uur meer werken:


Sharon: ‘Er gebeurt heel veel met onze bewoners, fijn als je wat vaker op de werkvloer bent’

Zorgmedewerker Sharon (48) breidde haar contract uit:

Er is potentieel

Minister Karien van Gennip wil laten zien dat meer uren werken voordelen kan hebben voor werknemers en werkgevers. Volgens het ministerie is er veel potentieel onder de miljoenen deeltijdwerkers in Nederland om een paar uur meer te gaan werken. Meer uren werken kan leiden tot meer inkomen, meer werkplezier, meer perspectief en meer balans.

Ons werk in de praktijk bevestigt dat een aanzienlijk deel van de medewerkers openstaat voor een groter contract. Ongeveer 15 procent zou sowieso meer uren willen werken en zo’n 25 procent onder de juiste voorwaarden. De meestgenoemde zijn “werkplezier” en “het moet voldoende lonen”. Daar heb je een prettig rooster, persoonlijke aandacht en eigen regie voor nodig. Kortom, maatwerk.

Belemmerende overtuigingen

Werkgevers spelen een belangrijke rol om dit potentieel veel beter te benutten dan nu gebeurt, al kan ook de overheid bijdragen door belemmeringen weg te nemen. Dat een flink potentieel onderbenut blijft, heeft ermee te maken dat contractuitbreiding niet altijd onderwerp van gesprek is, zelfs niet nu werkgevers grote tekorten ervaren. Nog vaak bestaat het beeld dat de ander (werkgevers of werkende) er niet op zit te wachten, dat praktische belemmeringen zoals roostering te groot zijn, of dat meer werken niet loont. Soms is dat zo, vaak ook niet.

‘Ga het gesprek aan’

De publiekscampagne van SZW richt zich vooral op de sectoren waar de arbeidskrapte het grootst is, zoals de zorg en het onderwijs. Werkgevers worden aangemoedigd om het gesprek aan te gaan met hun medewerkers over hun wensen en mogelijkheden om meer te werken. Ook worden tips en tools aangeboden om contractuitbreiding te faciliteren.

Deze campagne sluit aan bij de ambitie van het kabinet om de arbeidsparticipatie te verhogen en de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen. Meer uren werken kan ook bijdragen aan het verminderen van de personeelstekorten. De campagne loopt tot eind 2023 en bestaat uit online advertenties, social media berichten, radiospotjes en filmpjes met ervaringsverhalen van deeltijdwerkers die meer zijn gaan werken. Meer informatie is te vinden op www.wiljemeerwerken.nl.

Diepgewortelde norm

Om de ‘deeltijdnorm’ te doorbreken is grootschalige verandering nodig. Deeltijd zit diepgeworteld in ons systeem: alles is erop ingericht. Contractuitbreiding realiseren vraagt daarom tijd, focus en een lange adem. Ook binnen zorgorganisaties. Het gaat erom dat het voor degenen die dat al willen makkelijker en aantrekkelijker wordt gemaakt.

We begeleiden organisaties en sectoren actief bij grootschalige verandering. Met een op maat gemaakte veranderaanpak en ondersteuning bij de uitrol en opschaling. Dit doen we onder andere met intensieve verandertrajecten bij zorginstellingen en bootcamps in de zorg.

Persoonlijke beslissing

Dit begint bij (belemmerende) overtuigingen inzichtelijk maken en adresseren. Aan de kant van de medewerker, maar ook bij bestuurders, managers en HR. Zo betekent meer werken namelijk niet ‘nu moet iedereen fulltime’: 2 tot 4 uur extra per week kan al enorm verschil maken. Waarbij geldt: de beslissing om meer te gaan werken is altijd persoonlijk. Wel is van belang dat het een bewuste keuze is met een helder beeld van de gevolgen. Dat betekent ook aan de slag gaan met de overtuigingen zoals dat ‘onze medewerkers toch niet meer willen werken’ en ‘dat kan niet binnen onze roosters’.