In Nederland willen 535.000 deeltijders meer uren maken. Tegelijk blijven vacatures openstaan. Een gemiste kans, vindt Rinske Verheggen van HPP. In een uitgebreid interview met HR Praktijk legt zij uit waar het spaak loopt en wat werkgevers kunnen doen.
“Veel organisaties zetten vacatures standaard in deeltijd uit. Dat lijkt praktisch, maar het maakt voltijd werken vrijwel onmogelijk en bevestigt het beeld dat medewerkers geen grotere contracten willen. Terwijl binnen het eigen team vaak juist veel potentieel ligt”, zegt Verheggen.
Misvattingen
Uit onderzoek van HPP blijkt dat zo’n 40% van de medewerkers in zorg en kinderopvang openstaat voor meer uren. 15% wil dit sowieso, nog eens 25% overweegt het onder de juiste voorwaarden.
Tussen 2021 en 2024 begeleidde Het Potentieel Pakken ruim 50 zorgorganisaties. Gemiddeld 9% van de medewerkers breidde binnen een half jaar hun contract uit, vaak met 4 à 5 uur per week. Dit leverde niet alleen extra uren op, maar ook minder afhankelijkheid van extern personeel, meer continuïteit voor cliënten en vaak meer werkplezier.
Toch leeft bij velen de overtuiging dat extra uren financieel weinig opleveren. “Dat klopt in de meeste gevallen niet”, benadrukt Verheggen. Met de door HPP, Nibud en WOMEN Inc. ontwikkelde WerkUrenBerekenaar kunnen medewerkers exact berekenen wat meer uren in hun situatie betekenen.
De oplossing: structureel anders organiseren
De grootste winst zit volgens HPP bij werkgevers zelf: gezonde roosters maken, contractgrootte bespreekbaar maken en leidinggevenden ondersteunen in het voeren van dit gesprek. “Als die praktische drempels wegvallen, blijken veel mensen bereid méér te werken. Daarmee kunnen werkgevers niet alleen vacatures sneller vervullen, maar ook werkdruk verlagen en werkplezier vergroten.”
Medewerkers bereiken? Leidinggevenden spelen een sleutelrol
→ Meer weten over duurzame inzetbaarheid en het benutten van arbeidspotentieel? Lees hier het hele interview met Rinske bij HR Praktijk.